loading

In gesprek met Nele Muys

Over haar tijd bij Liberform als manager

Goeiemorgen Nele, hier zitten we dan in de laatste werkweek voordat je de Willebroekkaai inruilt voor de Emile Jacqmainlaan. Wat gaat er zoal door je heen? 

“Eigenlijk veel emotie, omdat het totaal iets nieuws is en omdat het met pijn afscheid nemen is van een organisatie. Het is meer emotioneel dan ik verwacht had. Daar moet ik eerlijk in zijn.” 

Herinner je je nog je eerste dag bij Liberform? Hoe verliep dat? 

“Echt de eerste dag zelf niet, maar wel de opstart. Ik ben toen een beetje op z’n Nele’s gestart, zijnde: ik heb de weken ervoor al gezorgd dat er voldoende afspraken vastlagen, om er dan onmiddellijk in te vliegen. Eigenlijk om te leren hoe ik een vormingsfonds moest opstarten!” 

“Ik ben dus direct met een volle agenda begonnen, waarbij ik ging leren van andere vormingsfondsen – wat heel belangrijk is. Dit wil ik alvast meegeven aan mijn opvolger, want uiteindelijk moeten we allemaal een beetje hetzelfde doen, zijn we niet elkaars concurrenten en kunnen we als vormingsfondsen veel van elkaar leren. Mijn eerste dagen zijn dus behoorlijk druk geweest. Al vond ik het wel verrassend om te moeten vaststellen dat alles rond oprichting, zoals communicatie en een website hebben, noodzakelijk waren. Zonder die zaken besta je niet. Voor mij was dat allemaal nieuw én veel zoeken en vloeken (lacht).” 

Kan je mij nog eens uitleggen hoe Liberform ontstaan is? 

“Liberform is vanuit het klassieke idee ontstaan: in 2009 is er een nieuw paritair comité gekomen, namelijk het paritair comité voor de vrije beroepen. In 2011 hebben ze dan het fonds voor bestaanszekerheid opgericht, waardoor onze werkingsmiddelen onmiddellijk werden toegekend aan ons paritair comité. Vervolgens, in de sectorale onderhandelingen van 2014, hebben de sociale partners beslist dat we een vormingsfonds nodig hadden. Daarna zijn ze op zoek gegaan naar iemand en dat was ik (lacht). Dus eigenlijk is dat een vrij natuurlijke weg, volgens de wereld van de sociale fondsen.” 

Dus dankzij jou bestaat Liberform? 

“Dankzij de sociale partners die gezegd hebben: “Het moet starten.”, maar ik heb de eer en het genoegen gehad om het te mogen oprichten en vormgeven. 
 
Je mag hierbij niet vergeten dat ik alleen gestart ben, waardoor de focus op wat er gevraagd werd vanuit de sociale partners kwam: de opleidingen en de opleidingspremie. Toen was alles nog heel erg basic. Het is pas bij de groei van het team, dat de groei van de organisatie gekomen is. Dat is belangrijk om mee te geven.” 


Hoe kijk je terug op de Liberformjaren als leidinggevende? 

“Heel veel vallen en opstaan en ook heel hard tot de conclusie komen dat we niet opgeleid zijn om een leidinggevende te zijn. Je moet daar durven in leren en falen, maar zeker ook groeien en luisteren zijn belangrijk. Daarnaast zijn goede samenwerking en open communicatie mee onderdeel van de basis om een goede manager te zijn. Ik heb de kans gehad om die rol te mogen invullen en te groeien binnen een klein team. Dat brengt heel wat ervaring mee, waarbij ik het geluk had dat mijn medewerkers effectief open communiceerden en direct waren (lacht). 

Ik denk dat ik altijd wel open heb gestaan voor feedback. Bij elk exitgesprek van een werknemer heb ik de vraag gesteld: “Wat kan ik nog leren?”, om zo op bepaalde punten te kunnen werken. Dat moet je ook doen als leidinggevende, want je hebt de waarheid niet in pacht.” 

Welke momenten zijn je bijgebleven? 

“Het zijn vooral spannende momenten die me bijgebleven zijn. Zoals de start van de eerste werknemer en de start van het eerste convenant, want je weet eigenlijk niet wat je aan het doen bent. Ook voor het eerst instappen in een ESF-project was wel indrukwekkend. 

De mooiste momenten zijn voor mij de momenten waarop je de organisatie ziet groeien door wat de medewerkers inbrengen. Elke keer denk ik dan: “Yes, als ze ruimte krijgen, loopt dat goed!” Al die leuke gebeurtenissen zorgen voor een goed gevoel.  
Ik ben vooral ook heel fier. Zoals bijvoorbeeld het lanceringsevent van Checkit: ongelooflijk hoe daar vanuit verschillende hoeken aan gewerkt is door het team. Dat vond ik fantastisch! Samen zijn we meermaals door de stress gegaan van de voorbereiding voor congressen en andere evenementen. Ook dat is een teamgebeuren en dat vind ik altijd heel leuk.” 

Daarentegen, het moeilijkste moment: 13 maart 2020. Als leidinggevende, en ik niet alleen, heb ik enorm geworsteld met hoe ik überhaupt moest leidinggeven op afstand. Niet dat we elkaar als team heel veel zagen, maar wel voldoende. Plots viel dat weg en dat was echt zwaar, omdat je met een bepaalde onmacht zat. We hebben onze weg daar uiteindelijk wel in gevonden, dankzij de feedback van de collega’s.” 

Wat zijn volgens jou de groeimogelijkheden en/of aandachtspunten in de evolutie van Liberform? 

“Er is nog enorm veel groeipotentieel. Ik denk wel dat het een open deur intrappen is, wanneer ik stel dat er nog wat werk is rond het thema gratis opleidingen. Echter denk ik dat de groei vooral te vinden is in het luisteren naar wat de sector wenst, en dan een gerichter en compacter opleidingsaanbod aan te bieden afgestemd op die wensen. Daarnaast kunnen we organisaties kwalitatief ondersteunen door ze begeleidingstrajecten aan te bieden. 
 
Om een concreet voorbeeld te geven: zowel binnen het project ‘Checkit’ als ‘Competentieprognose’ (nb: beiden ESF-projecten) voelden we dat door te gaan luisteren naar ondernemingen en hun vragen te capteren, dat ze nog behoorlijk in de knoei zitten rond competentieversterking. Daar kunnen we dus zeker ondersteuning bieden door te kijken naar de competenties waarop ze vastlopen en welke opleidingen we hier tegenover kunnen zetten. Binnen zo’n begeleidingstraject, ook rond andere thema’s, zie ik ook nog heel veel potentieel. 

Daarnaast blijven samenwerkingen met zoveel mogelijk partners die betrokken zijn binnen de sector noodzakelijk. Bijvoorbeeld ordes, instituten en beroepsorganisaties, aangezien Liberform veel kan aanbieden dat zij niet kunnen. We kunnen voor hen een complementaire partner zijn.” 

Wat geef je nog graag mee aan de toekomstige manager van Liberform? 

“Werk in team, want als manager kan en hoef je het niet alleen te doen. Wees open en transparant in het samenwerken met je team, dat zorgt ervoor dat iedereen weet waarover het gaat, durft praten en het vermijdt communicatieproblemen. Zo verlies je ook geen tijd om zaken te moeten rechtzetten of onduidelijkheden te moeten wegwerken.” 

Wat zijn jouw 'wijze woorden' voor het Liberform team? 

“Vergeet niet: blijf samenwerken en babbelen met elkaar. Erken elkaars sterktes en help elkaar op zwakkere punten. Geef ook blijvend feedback aan de manager, waarbij je gerust de ‘waaromvraag’ mag stellen en vice versa.” 

Fait Divers over Nele

Hoe ziet een 'perfecte' werkdag eruit voor jou?

“Om halfzes opstaan, waarbij iedereen in bed blijft liggen en ik met koffie en een boek een uurtje ‘metime’ kan hebben. Daarna duik ik de dag in om ‘s avonds tot de conclusie te komen: “Oei, mijn takenlijst is niet afgewerkt, maar ik heb wel veel kunnen doen en stappen vooruitgezet.” Maar die koffie is ‘s ochtends belangrijk!” 

Als je morgen wakker zou worden en je had één nieuwe kwaliteit, wat zou het zijn? 

“Soms wat meer onbezonnen zijn en wat meer risico durven nemen. Ik heb altijd de angst om verantwoordelijkheid of controle te verliezen, denk te veel na. Ik bewonder mensen die gewoon springen en daarna wel zien wat er gebeurt.” 

Van iedereen op deze wereld, met wie zou je wel eens willen lunchen/dineren? 

“De persoon die me altijd gefascineerd heeft, is Quetelet. Hij is een Belg en de vader van statistiek en volkstelling, alsook het meten van informatie over de bevolking. Ongelooflijk toch dat hij op het idee kwam om dat te doen. Ik vind het zo jammer dat hij niet vaker in de kijker staat, terwijl hij wel veel verwezenlijkt heeft. Ik zou hem wel willen kunnen vragen: “Is er met die gegevens nu gebeurt wat je wou of zou je het toch anders doen?” Daar ben ik echt benieuwd naar!” 

Wat geeft jou kracht / energie? 

“Voor mij is dat ‘s ochtends een vrolijke kerel aan de ontbijttafel, oftewel de ochtendglimlach van de zoon. Dat geeft telkens opnieuw een energieboost.”